Afspraak Locatie
IJmuiden / Zandvoort
Contact graag per
Mail

Meubels voor een leukere wereld Brabants Dagblad

Zaterdag 24 april 2004

Je kent ze al dan niet bij naam en serienummer, maar kennen doe je ze: de ontwerpmeubels uit de vorige eeuw. Eames, Gispen, Rietveld en Le Corbusier bijvoorbeeld hebben stoelen, lampen, tafels en tafeltjes, kasten en bedden ontworpen die in de geest beklijven en, uiteraard, in huis het gemak dienen.

BeBoB Design van de ex-Bredanaar Cees (Casey) Godrie verkoopt meubels die geschiedenis maken, tweedehands en nieuw. Casey Godrie is de man achter BeBoB, al bijna twintig jaar lang. De rit van zijn huis, op de top van een duin tussen Zandvoort en Aerdenhout, naar de winkel aan de Prinsengracht in Amsterdam gaat in een inmiddels eveneens klassieke auto, een Citroen DS. Het type ‘strijkijzer’ dat hij al bijna zijn leven lang trouw is. En passant wijst Godrie in de hoofdstad naar het grachtenpand dat hij, na zijn vertrek naar Zandvoort, verkocht aan Katja Schuurman, naar de etalage aan de Herenstraat, niet meer dan een etalage, waar hij bijna vijftien jaar geleden zijn Amsterdamse opmars begon en de boot in de Keizersgracht, waar hij ook lang heeft gewoond.

Aan de Prinsengracht ligt Bebob Design bijna naast De Duif, de kerk waar Jos Brink preekt, en tegenover het Amstelveld, waar jongens geregeld voetballen. Het is een grachtenpand met een betrekkelijk weids uitzicht, haast een unicum. Er zijn Japanners die het kijkje bij Bebob Design als het hoogtepunt van hun bezoek aan Amsterdam beschouwen. Godrie is wereldwijd bekend, in de kring van de ware designliefhebbers.

Bebob heeft net als Godrie zijn wortels in Breda, in de winkel aan de Ginnekenweg waar zijn moeder op het ogenblik uitverkoop houdt. De zaak in de Baroniestad gaat eind volgende maand voorgoed dicht. ‘Het heeft ook te maken met de plaats en de context. In Breda heeft het nooit zo goed gelopen als in Amsterdam’, zegt Godrie zes jaar na het fatale ongeluk van zijn enige zus Conny, die tot op dat moment tekende voor Bebob Design in Breda, Rotterdam en Antwerpen.

In feite zijn de designmeubels voor Godrie niet meer dan een uit de hand gelopen hobby, een wereld die hij niet heeft gezocht maar wel gevonden. ‘Ik heb de winkels in Rotterdam en Antwerpen meteen na het overlijden van Conny verkocht. Die waren van haar en ik had de jaren daarna toch niet veel te vertellen’, zegt hij in Zandvoort, waar hij samen met vrouw Elly, dochter Satiga en zoon Damai  in een huis vol topstoelen en meubels een teruggetrokken leven leidt. Enkele maanden per jaar verruilen ze dat huis voor een verblijf op Bali.

Voetbal
Godrie leest geen kranten meer, luistert niet naar het nieuws op de radio, rookt niet, drinkt geen druppel alcohol, eet vegetarisch en kijkt geen televisie, met uitzondering van voetbalwedstrijden. De beelden daarvan projecteert hij metersgroot op een witte muur boven het zwembad onder in het huis, dat dus op ‘on-Hollandse’ hoogte op een Dutch mountain ligt. ‘Voetbal is toch wel de belangrijkste bijzaak in het leven’, zegt de man die meer dan dertig jaar geleden het Ziggezaggeziggezagge? Enacee op de NAC-tribune introduceerde. De strijdkreet is door anderen overgenomen en rolt tot op de dag van vandaag met regelmaat van de tribunes over het veld aan de Rat Verleghstraat om het elftal van Ton Lokhoff op te stuwen. De bedenker, in zijn geboortestad indertijd ook een van de actieve leden van de pas opgerichte plaatselijke PSP-afdeling, is intussen seizoenkaarthouder in de Amsterdam Arena. Gevierd Godrie is rond 1990 uit Breda vertrokken. In de tien jaar daarvoor runde hij met groot succes cafes, De Tempelier op de hoek van de Haven en Vismarkt, Exq’s aan de Haven en De Egelantier aan de Teteringsedijk. ‘Ik was de gevierde jongen, maar wilde dat niet langer zijn. Dat was een van de redenen om uit Breda te vertrekken’, zegt hij. ‘Vooral als ik alcohol op had, gingen mijn handen een eigen leven leiden en waren de onenightstands niet van de lucht. Ik had het na tien jaar horeca gezien. Tien jaar was goed voor de time being, maar het dreigde een afgestompt bestaan te worden. Ik vond het wel genoeg. Bovendien zag ik mensen in mijn omgeving afglijden.’

Hij ging toen op reis, naar India, Turkije en Maleisie onder meer. In het begin vloog hij de wereld over met zijn makker Ruud Benard, Pollo voor Godrie en andere goede vrienden. Benard zou veel later tijdelijke roem verwerven als Big Brother Ruud.

Dumpzaak
Bijna op het eind van zijn ‘horecabestaan’ veranderde Godrie De Tempelier in een rock ‘n’ roll-cafe, de IF. ‘De IF richtten we in met vijftiger-jaren-spullen, bolle koelkasten en Cola-reclame bijvoorbeeld. Daardoor kregen we in het cafe vraag naar die spullen. Ik heb toen contact gelegd met Veerle en John van Loon, die hadden een dumpzaak aan de Vierwindenstraat en Bebob aan de Ginnekenweg, het vijftiger-jaren-winkeltje in Breda.’ ‘Ik was daar klant, maar dat winkeltje liep niet best. We hebben toen een stichting opgericht, met als doel het behoud van de vormgeving en ontwerpen uit de jaren vijftig en zestig. Ik ben altijd bang geweest om afhankelijk te worden van geld en had geen geld nodig, maar kon wel wat financieren.’ Om de winkel van de stichting aan de Ginnekenweg in te richten, struinde Godrie rommelmarkten af in Breda en wijde omgeving en bijvoorbeeld ook in Antwerpen. ‘Bij Emmaus in Langeweg tikten we voor dertig gulden tien Gispen-conferentiestoelen op de kop. De winkel was nog niet open, toen een handelaar uit Nijmegen 1.500 gulden voor die stoelen bood. ‘We verkopen niet, want we willen toch een leuke winkel’ heb ik toen gezegd.’

Tweedehands
‘Zo is het vaak gegaan in mijn leven. Ik ga niet voor het geld, maar voor een leukere wereld. Toch kwam de ondernemingsgeest wel boven, want ik kwam erachter dat die stoelen in de Randstad vierhonderd gulden per stuk opbrachten. Later heb ik met Gerda Rietveld ook nog ‘Mevrouw Jansen’ opgezet aan de Ginnekenweg, zij de nieuwe spullen en ik de tweedehands.’
Inmiddels was hij thuis op zijn woonboot in de Keizersgracht. En in de Herenstraat trokken de designmeubelen de aandacht van de bewoners van de grachtengordel. ‘Ik had ook een bus en maakte dan een afspraak met mijn klanten voor de etalageruit. Ik kreeg op een gegeven moment de kans een leegstaande winkel aan de Utrechtsestraat tijdelijk als stoelengalerie in te richten. Iedereen wilde naar binnen, de wereld viel over me heen, maar het was geen winkel en zou het ook niet worden. ‘Ga toch open man’, zei iedereen, maar dat kon niet.’ Aan de Singel en later aan de Prinsengracht vond hij wel winkelruimte. Hij leerde Hans Kenma van het gelijknamige castingbureau kennen en kwam zo in contact met coryfeen van televisie en showbizz. Het werden klanten.

Topstukken
‘Designmeubelen zijn erkende topstukken van ontwerpers en architecten. Ze komen dikwijls uit een tijd dat mijn klanten studeerden. Ze vonden die meubels toen al mooi, maar konden ze niet betalen. Maar ze vinden ze nog steeds mooi, voelen zich er bij thuis en kunnen ze nu wel kopen. Die meubels hebben hun waarde bewezen en zijn ook in dat opzicht een goede investering. Het sluit bovendien aan bij de groeiende hang naar duurzaamheid en het maken van verantwoorde keuzen’, zegt Godrie over het niet nagejaagde succes van Bebob Design, waar hij betrekkelijk weinig tijd in steekt en waarvan nog geen onderdeel van zijn bestaan afhangt. Hij is een man in bonus nu, terwijl hij indertijd in Breda van bijna alle scholen is verwijderd die hij bezocht. ‘Daarna moest ik iedereen laten zien: het komt wel goed met meneer Godrie. Zo zie ik het achteraf. Toen ik eenmaal op reis ging, ontmoette ik mensen die tien of twaalf jaar jonger waren dan ik, maar die in het leven op tal van gebied een stuk verder waren. Pas in Amsterdam ben ik een nieuw, bewuster leven gaan leiden.’

Meubels voor een leukere wereld Brabants Dagblad